Bij Beijing denk je waarschijnlijk meteen aan De Verboden Stad en de Chinese Muur. Klopt, maar het is óók een moderne miljoenenstad met een bloeiende kunst-, mode- en undergroundscene. Wie de traditionele bezienswaardigheden heeft afgevinkt, wacht nog veel verrassingen. Een duik in de fascinerende stad achter de muur van traditie.
Veel grote toergroepen slaan de verzameling kleine antiek- en kalligrafiewinkeltjes aan het cultuurstraatje Liu LiChangover. De gidsen denken dat de handelswaar niet interessant genoeg is voor de gemiddelde reiziger. Niets is minder waar. Hier zijn namelijk de mooiste souvenirs voor thuis te vinden.
Het is het een genot om langs de vele rommelige hoekjes vol schilderijen en kalligrafiegereedschap te struinen. De winkeltjes worden vaak al vele generaties lang door dezelfde families gerund. De sfeer die er heerst is een zeldzame echo van het artistieke leven tijdens keizerlijk China.
In het 798 kunstdistrict van Beijing is de stad op z’n hipst. Waar ooit Oost-Duitsers een militair fabriekscomplex bouwden, ontstond eind jaren 90 hét broeinest van artistiek China. Inmiddels zijn de workshops en galeries in de bakstenen fabrieksgebouwen omgeven door cafés,
boetiekjes, restaurants en museale expositiehallen. De communistische sfeer wordt er – zij het met veel ironie – trots gehandhaafd in Maoïstische leuzen en logo’s. De prijzen zijn er echter strikt kapitalistisch. Neem dus een goede gevulde portemonnee mee.
Omdat het 789 kunstdistrict te omvangrijk is om er in één middag te vangen, komt het goed uit dat er hier het ‘artistiek luxueuze’ Grace Hotel zit. Ook wie hier niet verblijft kan er prima terecht in ‘Yi House’, het hoog aangeschreven hotel-restaurant.
De keuken is er gespecialiseerd in mediterrane-Aziatische fusion. Het interieur zelf is ook een interessante combinatie van stijlen: die van de Mingdynastie en moderne, monochrome fotografie.
Hutongs, de traditionele buurten van Beijing, bestaan uit aaneengesloten siheyuan huizen, met ruime binnenplaatsen verborgen achter nauwe straatjes. Deze locaties leveren regelmatig verrassingen op. Neem het onderkomen van ‘The Hutong’ in het Dongcheng District.
Dit samenwerkingsverband van Chinezen en expats organiseert wandeltours en kookcursussen. Deelnemers kunnen er, na een begeleide wandeling over een lokale markt, meteen leren hoe de koopwaar in een typische hutongkeuken wordt bereid.
Een uurtje buiten het centrum van de stad bevindt zich kunstenaarsdorp Caochangdi. Het is wat minder commercieel ingesteld dan het 798 kunstdistrict. Veel kunstenaars hebben hier hun ateliers geopend voor bezoek.
De opvallendste bewoner is de wereldberoemde en in China zeer controversiële kunstenaar Ai Weiwei. Hij opende hier zijn studio en expositieruimte onder de naam 258 FAKE.
Het is even zoeken in een verlaten drive-in bioscoop tegenover de noordelijke ingang van ChaoYang Park. Maar wie er het legendarische ‘Dos Kolegas’ weet te vinden, wordt er dubbel en dwars beloond.
Omdat de levendige bar op deze ‘clandestiene’ locatie geen buren heeft, kunnen bands (met namen als Beijing Beatles) er tot laat los gaan. Op zomeravonden liggen er verse snacks op de grill, staan er pooltafels in de tuin, en worden de mojito’s voorzien van zelf verbouwde mint.
Voor veel creatieve inwoners van Beijing is hip en betaalbaar belangrijker dan chic en exclusief. Het is dan ook geen toeval dat de vriendelijke en toegankelijke club Dada zeer populair is bij jong en modieus Beijing. De uitgaansgelegenheid werd dan ook al twee keer achtereen uitgeroepen tot Beijings alternatieve club van het jaar.
Daarbij roemde men de eclectische programmering van muziek- en filmavonden. De club is bovendien betrokken bij de organisatie van vintagemarkten in de buurt. Het publiek loopt hier ook graag in retro-outfits rond.
