
Het Jordaanse Petra prijkt al sinds 1985 op de werelderfgoedlijst van UNESCO. En niet zonder reden; de ‘Roze Stad’ is zelfs uitgeroepen tot een van de zeven moderne wereldwonderen. Indiana Jones beleefde er avonturen. Net als Kuifje. Maar ze verbleken bij de ervaring om zelf door het historische decor te lopen. Een duik in het verleden in een van de mooiste trekpleisters van het Midden-Oosten.



Alles met de hand
Wanneer de eerste mensen precies in het Jordaanse Jebel al-Madhbah gebergte arriveerden is nog altijd een twistpunt onder historici. Maar één ding staat buiten kijf: met de komst van de Nabateeërs, zo’n vier eeuwen voor onze jaartelling, begint de geschiedenis van de stad Petra (Grieks voor ‘rots’). Deze Arabische nomaden werden zo gegrepen door het roze zandsteen, dat ze hun tenten verruilden voor een permanente nederzetting. Gebouwen werden met hand en beitel letterlijk uit de rotsen gehakt. Als je goed kijkt, ziet nog overal de gaten waar ooit de houten bouwsteigers werden verankerd.

Een prachtig plaatje
Om Petra te bezichtigen, moet je eerst 1200 meter wandelen door een mysterieuze rotskloof, de zogenaamde siq. Het is een van de redenen dat talloze veroveraars, onder wie Alexander de Grote, er nooit in slaagden om de stad in te nemen.

Het eerste gebouw dat vervolgens opdoemt aan het eind van de natuurlijke verdedigingspoort, is de 40 meter hoge Al Khazneh. Deze graftempel uit de eerste eeuw is met afstand het meest gefotografeerde beeld van Petra. Denk echter niet dat het daar bij blijft. Even doorlopen en er ontvouwt zich een stad die op zijn hoogtepunt onderdak bood aan 60 duizend Nabateeërs.

Bloeiende handelsstad
Petra lag op het knooppunt van een aantal populaire karavaanroutes tussen het Westen en het Verre Oosten. Door de Griekse, Egyptische en Romeinse vraag naar ondermeer wierook en zijde, kon de nederzetting zo uitgroeien tot een van de rijkste handelscentra van de regio en de bloeiende hoofdstad van de Nabateeërs. Ook nadat de stad in het jaar 106 werd opgeslokt door het Romeinse Rijk, hield de welvaart aan. De ondergang kwam echter met de verschuiving van de handelsroutes naar de Rode Zee. Een desastreuze aardbeving deed de hele stad in 363 onder het puin verdwijnen.



Het graafwerk gaat nog altijd door, maar ondertussen krijgen dagelijks 1.500 bezoekers toegang. Als je vroeg komt heeft het historische decor bijna voor zichzelf. Of plan je bezoek op maandag-, woensdag- of donderdagavond, als de stad magisch wordt verlicht in het schijnsel van duizenden lantaarns.
Duizenden lantaarns
Eeuwenlang leek Petra gedoemd tot de vergetelheid. Totdat de Zwitsere geoloog Ludwig Burckhardt de stad in 1812 herontdekte en ruim een eeuw later de eerste opgravingen plaatsvonden. Stap voor stap werden ondermeer grafkamers, grotwoningen, tempels, een klooster en een amfitheater blootgelegd.

