Death Valley is een gebied van extremen. Met meer dan tweeënhalf miljoen voetbalvelden aan beschermde natuur is dit de grootste wildernis op Amerikaans grondgebied (Alaska niet meegerekend). Bovendien is Death Valley het heetste en droogste National Park in de VS. Dat komt door de unieke ligging: de vallei – onderdeel van de Mojavewoestijn – wordt omsingeld door bergen die maar zelden een regenbuitje doorlaten. Mede door deze natuurlijke uitsmijters kan het kwik op een doodgewone zomerdag gemakkelijk boven de 50 graden Celsius stijgen.
Een eentonig maanlandschap dus? Allerminst. De dreigende naam werd bedacht door een groepje verdwaalde goudzoekers dat weinig fijne herinneringen aan het gebied bewaarde, maar er is wel degelijk leven in de vallei. Bovendien hebben zon, wind en – jazeker – water hier een uniek landschap gesmeed, vol geologische hoogtepunten.